uit “The Bell and the Blackbird” van David Whyte, vertaling Wisse Tanis
Ik dank je, licht, opnieuw,
voor het helpen vinden
van de omtrek van het gezicht van mijn dochter,
Ik dank je, licht,
voor de subtiele manier
waarop je zelfs met de lichtste aanraking vorm geeft,
aan zulke dingen die ik
alleen maar kon leren liefhebben
door jouw tedere onderricht,
en ik dank je, vanochtend
weer ontwakend,
heel intiem en heimelijk
voor jouw zichtbare onzichtbaarheid,
de manier waarop je me laat kijken
naar het aangezicht van de wereld
zodat alles
een oog wordt voor al het andere
en zodat ik vreemd genoeg ook
mezelf zie terwijl ik gezien word,
zodat ik in dat zicht
opnieuw geboren kan worden, zodat ik
deze ene andere manier kan hebben
samen met alle andere manieren,
om te weten dat ik er ben.