Dankbaarheid, hoewel vaak over het hoofd gezien en onderschat, is een emotie die diep verweven is met deugdzaamheid en sociale interacties. Het lijkt echter opmerkelijk afwezig in veel beschrijvingen van emoties, zelfs in bredere overzichten van deugden zoals die van Aristoteles. Hoewel het vaak voorkomt in christelijke contexten, is het daar meestal gericht op God. Toch is dankbaarheid wezenlijk voor het menselijk bestaan en lijkt het zelfs relevant te zijn bij sommige sociale dieren, zoals beschreven door Frans de Waal.
Deze veronachtzaming van dankbaarheid is intrigerend en roept vragen op over waarom het niet prominent aanwezig is in het gesprek over sociale emoties en deugden. Mogelijk wordt het vermeden vanwege de terughoudendheid om te ervaren dat we afhankelijk zijn van anderen en dat we in de schuld staan bij hen die ons hebben geholpen. Het beschrijven van dankbaarheid als een erkenning van kwetsbaarheid en afhankelijkheid suggereert dat het aan de kern ligt van ethiek en zelfs fundamenteler is dan plicht en verplichting.
Dankbaarheid lijkt echter een zwakke kandidaat voor een basisemotie te zijn, aangezien het niet gepaard gaat met de heftigheid van de meer “hevige” gevoelens. Het ontbeert ook een specifieke gezichtsuitdrukking en leidt niet tot vastomlijnde gedragsreacties. Het is eerder een langdurig gevoel dat oprecht moet zijn. Hoewel dankbaarheid soms goed voelt, is dit niet altijd het geval, en het lijkt soms samen te gaan met licht ongemak.
In het nadenken over deugden lijkt dankbaarheid ondergeschikt aan zoiets als moed of vrijgevigheid, en ook niet altijd een eenduidige gevoelstoestand te zijn. Het cultiveren van dankbaarheid blijft een lastig onderwerp. Desondanks is ondankbaarheid duidelijk een teken van ondeugd, een gebrek aan sociaal gedrag en een weigering om kwetsbaarheid te erkennen.
Ik vermoed dat dankbaarheid niet alleen een deugd is, maar onderdeel is van goed leven. Het gaat niet alleen om schuld en ootmoed, maar ook om het verbeteren van het samenleven. Het tonen van dankbaarheid verruimt het perspectief op het leven. De vraag blijft echter aan wie men dankbaarheid moet voelen, vooral voor het leven als geschenk.
De traditionele benadering is om dankbaarheid aan God te richten, maar voor atheïsten en sommige boeddhisten is dit problematisch. Het idee van dankbaarheid aan het universum te richten lijkt een zwakke uitweg, en het personifiëren van het universum verplaatst het god-probleem alleen maar. Het alternatief is dankbaarheid voor toeval of geluk, maar dit is onbevredigend. Misschien draait dankbaarheid voor het hele leven niet zozeer om aan wie men dankbaar moet zijn, maar eerder om bewust te zijn van onze kwetsbaarheid en onze afhankelijkheid van anderen.
In deze bredere context is dankbaarheid geen specifieke relatie, maar eerder een filosofische emotie die het grotere geheel ziet. Het is het erkennen van het leven als een geheel, waarbij we ons bewust worden van de vele voordelen die buiten onze invloed liggen. Dankbaarheid wordt dan een essentieel onderdeel van een rechtvaardig leven, een positieve tegenhanger van wraak. Het is een emotie die leidt tot wederzijdse ondersteuning en dialoog, waardoor de wereld zich opent met nieuwe mogelijkheden. In essentie is dankbaarheid niet slechts een reactie op een specifieke gunst, maar eerder een houding van bewustzijn en erkenning van het hele leven. Het is een emotie die, samen met vertrouwen en vergeving, bijdraagt aan een goed en deugdzaam leven.
Robert Solomon