Opnieuw verbinden met jouw Zelf

VROEGE AANPASSINGEN ONTWARREN

Het leven verloopt niet altijd zoals we zouden willen. We dragen allemaal onze verhalen. Op sommige momenten kunnen we ons geweldig voelen. Op andere voelen we ons als een mislukkeling. Voor sommigen vertelt het verhaal: “Ik ben te veel.” Voor anderen zou het kunnen zeggen: “Ik zal nooit genoeg zijn.” Op bepaalde momenten herinnert elke regel van het verhaal ons dat we gebrekkig, onveilig zijn en dat het ons ontbreekt aan kracht om te leven . Sommige verhalen geven ons kracht en openen de wereld voor ons. Anderen isoleren ons van mensen of van doelen die onbereikbaar voor ons lijken.
Sommige verhalen bevestigen zichzelf. Ondanks onze beste bedoelingen, lijken deze verhalen ons keer op keer uit te spelen wanneer onze gedragingen onze verlangens saboteren of de reacties oproepen waar we het meest bang voor zijn. Het lijkt wel alsof we veroordeeld zijn om patronen voor altijd te herhalen.

BETEKENIS MAKEN EN ONZE REACTIES AUTOMATISEREN

“De echte verbinding waarnaar we verlangen, is de verbinding met onszelf; de verbinding met waar we zijn in het hier en nu … Wanneer de verbinding met onze eigen aanwezigheid verbroken wordt, begint alles leeg te voelen.” – Jeff Foster


We dragen verhalen in ons. Deze verhalen gaan over onze identiteit in de wereld, onze verbinding met anderen, ons doel, wat we onszelf en wat we anderen toestaan, onze motieven en hun intenties. Deze verhalen zijn de onderliggende codes die de meest alledaagse keuzes voorschrijven. Deze keuzes omvatten wat we eten, hoe we ons fysiek presenteren in het openbaar, of hoe we reageren op de gelaatsuitdrukking van een intieme partner. Deze verhalen, gecreëerd in reactie op ervaring, vormen onze voorspellingen van elke interactie tussen ons Zelf, de Ander en de Wereld. Zo worden ze de automatische, onmiskenbare achtergrond van ons leven.
We zijn op zoogdierniveau onbewust alert, op onze hoede. We nemen lichamelijke reacties en micro-expressies van anderen waar, internaliseren deze als weerspiegeling van onze identiteit in de wereld en nemen besluiten (regels) over wat de beste manieren zijn om in sociale interacties te navigeren. Op elk emotioneel geladen moment bouwen we nieuwe verhalen of bevestigen we oude, en dit bevestigen wordt gaandeweg een steeds gemakkelijker.

We passen ons onzichtbaar aan – vooral in de kindertijd als onze sjablonen worden gevormd – aan de ons omringende cultuur en het klimaat van onze directe omgeving. We nemen het in en herscheppen het. En vaak scheiden we in dat proces delen van het Zelf. We verwerpen of sluiten delen in die onze overleving in die omgeving bedreigen, maar kiezen er liever voor om delen te laten zien of te maken die met onze omgeving harmoniëren.
Dit is het oorspronkelijke trauma: ontkoppeling van het Zelf.
En in die overweldigende transformatieve momenten vergeten we onze keuzes. We vergeten de delen die we hebben verbannen. We landen in andere delen van het bewustzijn en we herkennen vaak niet dat onze ervaring is veranderd omdat onze relaties zijn veranderd. We herinneren ons geen andere manier van zijn. We gaan gewoon verder en zeggen: “Dit is wie ik ben.”
Dit is een dissociatie, een disconnectie. Het is ook een nieuw verhaal dat nu op de achtergrond draait en ons spel onzichtbaar regisseert.
De delen van het Zelf blijven op een bepaald niveau aanwezig. Onveranderd, verborgen binnenin, dringen ze zichzelf op in onze dagelijkse keuzes. Ze zijn aanwezig in de manier waarop we reageren op emotie, onze verwarring, onze ongewenste gedachten of gedragingen, onze naamloze depressies of angsten, onze reactieve driftbuien of vermijding in intieme relaties.
Dit zijn de lagere ervaringslagen. Zij zijn de werkelijke tussenpersonen achter onze keuzes en gedragingen.

EEN RAAMWERK VAN DELEN

Een raamwerk van delen weerspiegelt wat we weten uit neurologisch onderzoek: de hersenen zijn uit op begrijpen, vormen een verhaal, bouwen een samenhangend beeld op uit verspreide en niet-verwante fragmenten. Het brein vindt patronen en creëert de illusie van een samenhangend geheel.
In aandachtig onderzoek komen we er achter dat we zowel de oordelaar als de beoordeelde zijn. We ervaren beiden tegelijk in ons lichaam. Met wat oefening kunnen we volledig beide posities innemen. Op een bepaald moment kunnen we het verlaten of het onderdrukte kind zijn en vervolgens overgaan om het deel te worden dat een hekel heeft aan dat kind of een deel dat liefde en empathie voelt voor dat kind.
Door onze ervaring in delen te onderscheiden, kunnen we de relatie tussen delen waarnemen. We kunnen interne conflicten herkennen en bemiddelen. We kunnen in en uit deze toestanden stappen, ze benaderen om meer over hen te leren en om empathie voor hen te voelen.

Dit is het werk.

In deze korte momenten van oprechte empathie voor de delen van het Zelf die trauma hebben overleefd, integreren we. We erkennen, accepteren, omarmen en voegen in. Op deze momenten voelen we wat in het verleden niet kon worden gevoeld. We zien het door nieuwe ogen en maken een nieuw verhaal. Dit nieuwe verhaal, enigszins aangenamer, bevrijdt ons van de behoefte aan interne controle. We geven sommige pijnlijke delen de liefde die ze nodig hebben, de relationele verbinding die na een traumatisch moment had moeten plaatsvinden.
Het raamwerk zelf nodigt nieuwsgierigheid uit, vermindert oordeel en conflict, en opent vensters waardoor we toegang krijgen tot deze ontbrekende ervaring. Het eindresultaat is een doorleefd gevoel van zacht waarnemen. We voelen ons gezien, gehoord, gevoeld, gekend, geaccepteerd en geliefd.

EERSTE REGULATIE: EXTERN, DAN INTERN, DE ANDER, DAN HET ZELF.

“Een vriend is iemand aan wie men de inhoud van iemands hart, het kaf en het koren samen kan uitstorten, wetende dat zachte handen het zullen nemen en het zeven, behouden wat de moeite waard is om te bewaren, en de rest, met een vriendelijke adem, wegblazen. “ – George Eliot
Op een onbewust niveau scannen we de omgeving en sociale verbindingen op fysieke en interpersoonlijke dreiging. In het doen met anderen maken we gebruik van ons sympathisch zenuwstelsel. Bij iemand zijn is helend. Toegang tot ons parasympathische zenuwstelsel stelt ons in staat om te rusten en te verteren, zowel fysiek als metaforisch.
Externe regulatie vindt plaats wanneer we het lichaam van een ander kunnen waarnemen in onze onmiddellijke nabijheid, extern aanwezig blijven bij onze ervaring zonder fysieke overweldiging van hun kant. Wanneer hun lichaam kalmeert, glimlacht, met vriendelijke of zachte ogen naar ons kijkt, en verbonden blijft met het onze, kalmeert ons lichaam. Dit is co-regulering. Hier voelen we ons vrij en welkom om ons te laten zien, onszelf uit te drukken met de wetenschap dat de ander niet door ons wordt belast, naar ons verlangt, het beste van onze intenties zal zien en ons “heeft”. Dit is ook een tegengif tegen schaamte, een uitnodiging om die delen te onthullen waarvan we dachten dat we die in ballingschap moesten verbergen.
Een ander kan reguleren, door bijvoorbeeld kalm te blijven en door bijvoorbeeld gerust te stellen, te waarderen en permissie te geven. Maar als we eenmaal deze ervaring op een bepaald moment ons het leven hebben geïnternaliseerd, kunnen we ook onszelf kalmeren als een intern proces.
Velen van ons zijn gewoon om te dissociëren, controleren, redden, sussen, af te leiden of andere methoden van intern management. Dit zijn vaak geïnternaliseerde reacties van vroege hechtingsfiguren. Maar onze lichamen kalmeren op een natuurlijke manier wanneer innerlijke delen uiteindelijk zo worden gezien als op de manier waarop ze ernaar verlangden gezien te worden.

MINDFULNESS EN RUIMTE MAKEN: TOESTANDEN, OVERGANGEN EN CYCLI

Trauma wordt opgeslagen in delen of toestanden, met specifieke netwerken gevormd tijdens traumatische perioden. De manier om te helen is om naar die toestanden op te zoeken en er toegang tot te krijgen. Door dit te doen, brengen we nieuwe energie en vriendelijkere ogen. We wijzigen een oud verhaal dat met een beperkt perspectief is geschreven. Elke toestand heeft zijn eigen toestand-afhankelijke herinneringen, percepties, verwachtingen, regels van betrokkenheid, emoties, fysieke houding en overtuigingen. Elk van hen als een deel te ontmoeten – als een andere versie van jou met een eigen persoonlijke stijl – vraagt de ontwikkeling van een waarnemer. Anders gezegd, een deel dat zich los van delen bevindt en op afstand is kan empathisch en ondersteunend zijn.
Door oefenen merken veel mensen op dat het schakelen tussen toestanden eenvoudiger wordt. Een snelle schakeling kan soms niet iets anders vragen dan de herinnering van de glimlach van een vriend of het visualiseren van een favoriete plek in de natuur. Meer duurzame schakelingen ontstaan wanneer je in feite een nieuwe of ontbrekende ervaring toevoegt aan een deel van jouw zelf dat verwacht en zich klaarmaakt voor negatieve uitkomsten.
Het leven wordt gemakkelijker als we herkennen dat we niet onze gedachten zijn, niet onze sensaties, en niet onze emoties. We kunnen dit oefenen door middel van aandachtig aanwezig zijn, of door het observeren van mentale en lichamelijke reacties. Deze zullen allemaal hun eigen spel spelen en we kunnen ze veilig observeren, vanaf een zelfgekozen afstand. Wanneer we onze eigen fysieke reacties op elke interne/externe prikkel beginnen te voelen, en wanneer we elke reactie een naam geven, verwijderen we het mysterie van deze micro-transacties. Dingen kunnen dan meer voorspelbaar worden, meer begrijpelijk, meer acceptabel. We leren zien dat we oké zijn, dat de dingen zijn zoals ze zijn en niets meer. We herkennen een verhaal dat logisch is, afkomstig van een bron die we vertrouwen en ons lichaam kalmeert.

Dit is op zichzelf een ontbrekende ervaring.
Voor velen van ons zat er niemand in de kindertijd gewoon naast ons, die ons aankeek met zachte ogen en zei: “Dit is wat je voelt in je lichaam … Het is goed om dit te voelen. Het is logisch. Iedereen voelt dit. Dit is een woord dat we gebruiken om het te beschrijven … Dit is wat je kunt verwachten … Het zal voorbijgaan. Je komt wel goed. Ik ben hier met jou. Ik ga nergens heen, en ik ben helemaal niet belast door jouw ervaring. Laten we gewoon zitten en het samen voelen.”
Door aandachtig te werken, kunnen we al deze processen in realtime observeren. Door toegang te krijgen tot deze toestanden, kunnen we fysieke reacties waarnemen, veranderingen in waarnemen en verwachting opmerken en beginnen met het in kaart brengen van de verschillende delen die ontstaan als reactie op triggers en hulpbronnen. (In dit geval beschrijven triggers alles wat te maken heeft met het ‘verlammende’ overtuigingen en hulpbronnen die iets beschrijven dat is verbonden met kracht-gevende overtuigingen.)
We gaan patronen zien in de manier waarop we ons verhouden tot anderen, door innerlijke reacties op te merken in getriggerde momenten. We zien beschermende delen die bevestiging zoeken van onze ergste angsten, met bewijsmateriaal komen door herinneringen op te halen en oude angsten op de huidige ervaring te projecteren. En hierin vinden we punten waarin we kunnen kiezen: kansen om te verschillend te antwoorden in plaats van te reageren.
We kunnen een relatie beginnen met deze delen, als we eenmaal van hen gedifferentieerd zijn. Wanneer we een vreemdeling ontmoeten en in ons lichaam spanning voelen, kunnen we deze reactie herkennen als die van het kind in ons, reagerend op het ontmoeten van een man die het kind herinnert aan zijn of haar vader. We kunnen praten met dit kind, het ontmoeten, geruststellen en waarderen.

Overgangen komen ook met verhalen. Overgangen tussen lichamelijke belevingen, tussen interne toestanden of tussen modi en strategieën die worden gebruikt om de huidige behoeften te besturen. Met oefening kunnen we ons lichaam voelen reageren. Misschien spant het aan het om te beschermen of breidt het uit om te verbinden. Hierin kunnen we leren om ongemakkelijke toestanden langer te verdragen, en ze zelfs te reduceren tot eenvoudige lichamelijke gewaarwordingen. Degenen die ontwijkend gehecht zijn, kunnen vrede vinden in fysiek kalmeren met een ander. Voor degenen met een angstig-ambivalente vorm van gehechtheid, kunnen we een oprechte verbinding vinden die innerlijk, altijd aanwezig en responsief is.
Afstand nemen maakt zowel ruimte als verbinding mogelijk. Dit is het proces om uit een pijnlijk deel te stappen en te landen in een meer veilig of neutraal-waarnemend deel. We maken ruimte om elkaar te ontmoeten, om een ander op een innerlijk niveau te ervaren.
Als we op zoek zijn naar meer cognitieve ruimtetechnieken, merken we dat we kalmeren als we richting het “grotere geheel” denken gaan. Buiten onze huidige toestanden, kunnen we nieuwsgierigheid, ontzag en verwondering opwekken wanneer we een stap terug doen om patronen en cycli te observeren. Vanuit het eenvoudig in- en uitademen tot de samentrekkingen en uitbreidingen van ons leven en het universum, tot de ritmes van verbinding en ontkoppeling in het huidige moment.
Soms kan een visualisering boven ons eigen lichaam te zweven, een afstand creëren die ons helpt te differentiëren van interne delen die intense emoties ervaren. En deze scheiding is feitelijk wat ons de mogelijkheid geeft terug te komen en op een helende manier bij die delen te zijn.
In plaats van in de pijn te zitten, leren we het nabij te zijn.

Referensies:

  1. Gendlin, E. T. (2008). Focussen – Gevoel en je lijf. Haarlem: Toorts B.V.
  2. Lewis, T., Amini, F., & Lannon, R. (2000). A general theory of love. New York: Random House.
  3. Noricks, J. S. (2011). Parts psychology: A new model of therapy for the treatment of psychological problems through healing the normal multiple personalities within us: Case studies in the psychotherapy of mental disorders. Los Angeles, CA: New University Press.
  4. Porges, S. W. (2011). The polyvagal theory: Neurophysiological foundations of emotions, attachment, communication, and self-regulation. New York, NY: W. W. Norton. (de Nederlandse vertaling verschijnt in 10-2019 De neurofysiologische basis van emoties, gehechtheid, communicatie en zelfregulatie, bij Uitgeverij Mens!)
  5. Schwartz, R. C., M. Sweezy (2020). Internal family systems therapy. Second Edition. New York, NY: The Guilford Press.
  6. Siegel, D. J. (2010). Mindsight: The new science of personal transformation. New York: Bantam Books.
  7. Van der Kolk, B. (2016). Traumasporen, het herstel van lichaam, brein en geest na overweldigende ervaringen. Eserveen: Mens!